Ââníége

Ââníége: aanhogen, aanaarden (van aardappelen)

Wordt soms ook ironisch gezegd tegen iemand die niet erg groot is:
“Zèèt dzjieë wel op tèèd âângehíég gewoare?”
Merk op dat de lange oo in het Nederlandse aanhogen in het Hasselts als een (gerekte) íé klinkt: ââníége.