Nieksnètter

Nietsnut

Het eerste Hasseltse woord dat je hierbij invalt is “nieksnètter”. Bij dit laatste woord is de u van “nut” (“nètter”) – zoals zo vaak – een scherpe è geworden.

Van zo’n “nieksnètter” wordt soms gezegd: “dieën ès dzjuus goued vir nètsen èn’t wâter t’heuen” (die is enkel nog goed om deuken in het water te houwen, te slaan).

Een andere leuke omschrijving van een “nieksnètter” is “troempètter achtere véûlkaar” (trompetter achter de vuilkar). Het valt immers nog te bezien of die trompetdeuntjes het vuilnisophalen nog vlotter zullen laten verlopen als nu al het geval is.